Voornaamwoorden: hun en hen - taal-oefenen (hun = aan hen) De trainer is hun erg professioneel. hun (bez. Als je bijvoorbeeld twijfelt over hen of hun in âHij ontslaat hen/hun â, probeer dan of â Zij worden ontslagenâ een goede zin is. Vul in : hun of hen. Zie voor meer informatie de Schrijfwijzer, paragraaf 7.3.2. Learn vocabulary, terms, and more with flashcards, games, and other study tools. âHenâ wordt wel gebruikt als lijdend voorwerp: ik zie hen, ik vind hen leuk, en dus complimenteer ik hen. Oplossing. (meew. Meewerkend voorwerp = voor de kinderen of voor hen (met het woordje voor). Klik hier om de oefening in de leermodule te doen. Maak de stijloefeningen op de website. Een volledige en begrijpelijke uitleg, mét invuloefeningen. Wil je meer lezen? Het persoonlijk voornaamwoord hen gebruik je als het na een voorzetsel staat. Je kunt er aan voor denken, dus is het hun. Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. Wat hen betreft, gaat de duo-training Zakelijk Nederlands gewoon door. Klik hier om de oefeningen in de leermodule te doen. Nu krijg je alles door elkaar. (hun = aan hen) De trainer is hun erg professioneel. (ze = hun, voor hen) Hij rijdt ze te hard. Johan pakte van hen de bal af. âHunâ is de vorm die hoort bij het indirect object of ⦠(ze = hun, naar hun mening) Het zweet stond ze op het voorhoofd. In het Nederlands kunnen we voor personen kiezen tussen 'hen' en 'hun'. Meewerkend voorwerp = aan de kinderen of aan hen (met het woordje aan). *Als je twijfelt tussen hen en hun, neem dan het werkwoord in de zin en zet er âiemand ietsâ voor.Als dat iets zinnigs oplevert, kies dan voor hun.Krijg je onzin, kies dan voor hen.. Voorbeelden: vnw.) Je gaat nu leren dat je bij een meewerkend voorwerp hun of aan hen gebruikt. 'Ze' als gereduceerde vorm van 'hun' of 'hen'. hen (zelfst. (ze = hun, bij hen) Altijd fout: hun ⦠Over de verwijzing naar personen: hen, hun en ze. Op andere websites: Een lijst met voorzetsels vind je hier. (ze = hen) Wat interessant, leer me nog meer! Waarom geef jij ⦠een cadeautje? Hen en hun: de hoofdregel. Wil je nog meer weten, ga dan naar de app zinsontleding. Dat deden ze bij de eerste test nog niet. Doe je best, . De actievoerder overhandigde hen/hun de handtekeningen. Als een zinsdeel een onderwerp is, gebruik je nooit hun. Voor hen die vielen. 2. Eigenlijk is het simpel: gebruik hun bij een meewerkend voorwerp zonder voorzetsel Lezen blijft hun/hen/ze bij. vw, geen voorzetsel) maar: We hebben het aan hen gegeven. Hen is hier namelijk geen bezittelijk voornaamwoord. DUS: met een woordje ervoor is het altijd. (hun = âvolgens hen, wat hen betreftâ) China is hun te ver. Ik zag hen/hun op straat lopen. Beeldspraak Wanneer schrijf je hun en wanneer hen? U heeft javascipt niet geactiveerd. 1 hun - het is hier meewerkend voorwerp (je kunt er âaanâ bij denken) 2 hen - het is hier lijdend voorwerp. Het is belangrijk om te weten welk zinsdeel het woord hen of hun is. De stapel werkbladen ligt naast hen. Hen / hun (algemeen) De klassieke schoolregel, die teruggaat op een zeventiende-eeuws voorstel, maakt voor het gebruik van hen en hun een kunstmatig onderscheid naargelang van de grammaticale functie. vnw.) Vul dan het juiste woord in in de zinnen hieronder! Ga nu door met de volgende les. In bijna alle bovengenoemde voorbeeldzinnen kun je 'hen' of 'hun' vervangen door 'ze', als dat woord geen nadruk heeft in de zin. Dat is hun werkblad. 1. Maar: als er een voorzetsel voor het voornaamwoord staat, zeggen we 'hen'. als onderwerp Voorbeeld. âHunâ wordt ingezet als meewerkend voorwerp: ik geef hun allemaal een nieuw trainingspak, want dat heb ik hun nou eenmaal beloofd. (ze = hun, voor hen) Men heeft ze een feestmaal bereid. Bij het lijdend voorwerp gebruik je altijd hen. Terug. Je weet nu wat een meewerkend voorwerp is. Deze inhoud is intellectueel eigendom van ExtraNederlands. In spreektaal wordt âhunâ vaak gebruikt in plaats van âhenâ of âzeâ. Ik geef aan ⦠een cadeautje. Als er geen voorzetsel voor het woord staat, dan schrijf je hun.Â. Johan pakte hun/hen de bal af. Dit is de benadrukte vorm van 'ze'. Staat er een voorzetsel voor: dan gebruik je hen. Meer over hen en hun. Hij verzekerde HUN dat hij HEN zou trakteren. De woorden hun en hen zijn voornaamwoorden. Gebruik door derden is alleen toegestaan ter ondersteuning van (de lessen in) het vak Nederlands in het basis- en voortgezet onderwijs. Gebruik hen na een voorzetsel, welke grammaticale functie het ook heeft. De Learn online taalgids - uitleg spelling en grammatica. Meer nog: tijdens het oefenen legden ze na een tijdje de link met uitdrukkingen die hun moedertaal hetzelfde zijn of er sterk op lijken. als bezittelijk voornaamwoord --> Dat is hun auto. dat ga je nu leren. Ga die goed leren en je kunt dan de goede keus maken. Hun gebruik je als je het kunt vervangen door een voorzetsel + hen. Screencast over twee persoonlijk voornaamwoorden die nogal eens door elkaar gebruikt worden. Die auto van ze rijdt slecht. (hun = volgens hen, wat hen betreft) Hen. "Hun vakantie was erg plezierig." Als het onderwerp is gebruik je ZE in plaats van HUN. Behalve hen en hun zijn voorbeelden van persoonlijk voornaamwoorden: ik, jij, hij, hem en haar. Als een zinsdeel meewerkend voorwerp is, gebruik je hun. Intensief oefenen werpt zijn vruchten af: de proefpersonen kennen die 30 uitdrukkingen goed. Wanneer gebruik je nu hun, hen of zij? Hen. (ze = hun, aan hen) Dit huis is ze te duur. (hun = âbij henâ) Lukt het u niet om met deze vuistregels uw twijfel op te lossen, gebruik dan ze. Fout: Hun doen dat nooit! 10. De agent = onderwerp Bij Meester Klaas oefen je de spelling eenvoudig online. In deze zinnen vervullen âhunâ en âhenâ de rol van direct object of lijdend voorwerp. Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. Bij het lijdend voorwerp gebruik je alleen maar hen. Gebruik door derden is alleen toegestaan ter ondersteuning van (de lessen in) het vak Nederlands in het basis- en voortgezet onderwijs. Ze lijken veel op elkaar en daarom is het lastig om te bepalen wanneer je hen schrijft of hun. Ik loop met ⦠naar huis. 4 hun - het is hier meewerkend voorwerp (je kunt er âaanâ bij denken) 5 hen - het is hier lijdend voorwerp. kip (vrouwelijk) hun Hun. Zal ik dat boek aan hen geven? Je gebruikt hen ten eerste als lijdend voorwerp: Ik heb hen gisteren bij de Open Groepstraining Zakelijk Duits gezien. Je gebruikt hun als een meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geef hun nog een kans.Je gebruikt hen als een lijdend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geloof hen.Als je twijfelt, kun je in beide gevallen hun en hen vervangen door ze.Kijk hieronder voor het ⦠Dat is het geval, dus is âHij ontslaat hen â juist. Aan wie geeft Klaas een boek: aan die jongen. Vader bracht hun/hen de interesse voor voetbal bij. Hun (zelfst. Hun moet je niet uitnodigen voor dat feest. Daar leer je heel veel over het meewerkend voorwerp en andere zinsdelen. ; Hen gebruik je: . Als het woord in de zin een bezittelijk voornaamwoord is, dan schrijf je altijd hun. Hen is hier een persoonlijk voornaamwoord. Een kwestie van stijl: hen/hun, als/dan, dat/wat en meer Veel fouten vallen in de spreektaal niet op. Het is niet moeilijk, zolang ej de regels maar kent. Gebruik hen als het een lijdend voorwerp of oorzakelijk voorwerp is. Wil je alles leren over hun of hen? Wanneer pas je zij, hun of hen toe? De richtlijn[7] is alleen van toepassing op EU-burgers die zich begeven naar of verblijven in een andere lidstaat dan die waarvan zij de nationaliteit bezitten, en op hun familieleden die hen begeleiden of zich bij hen voegen. Dit zijn hun potloden en kwasten.Hun namen staan op het bord geschreven. Hen Bijvoorbeeld: âhun zeiden dat het mocht!â. Hen 2. Hun gebruiken we als meewerkend voorwerp als er geen voorzetsel aan voorafgaat; hen gebruiken we als lijdend voorwerp en na alle voorzetsels (dus ook als meewerkend voorwerp na een voorzetsel) We hebben het hun gegeven. arresteert = gezegde Over de verwijzing naar zaken: hen, hun en ze Je weet nu al een heleboel. Soms is het handig als je zelf wat aantekeningen maakt, een spiekbriefje om alles te onthouden. Wil jij zeker weten dat je het verschil tussen hen en hun begrijpt? Hij verzekerde HUN dat hij HEN zou trakteren. Voor het meewerkend voorwerp (indirect object) gebruiken we 'hun', voor het lijdend voorwerp (direct object) 'hen'. In de spreektaal mag en kan heel veel, in de schrijftaal is het beter enkele regels in acht te nemen. Vooral het verschil tussen 'hun', 'hen', maar ook 'zij'/'ze', is voor velen nog altijd lastig: welke mag je wanneer gebruiken? Zoektips. De actievoerder overhandigde aan hen/aan hun de handtekeningen. Waarschijnlijk valt dat alleen op omdat de zin geschreven is. Hier kan je alle uitleg uit hun of hen naslaan. Hun 3. Er zijn verschillende regels om hun, hen en zijn goed te gebruiken. Ga dan naar de leermodule van hun of hen en leer alles stap voor stap met veel oefeningen. Hier kan je alle uitleg uit hun of hen naslaan.. Vanaf groep 8 t/m voortgezet onderwijs. van hen. Je bent klaar met deze les. Die schriften zijn van hen. Na het bezittelijk voornaamwoord staat altijd een zelfstandig naamwoord. âHunâ betekent in deze situatie dus âaan henâ, âvoor henâ of âbij henâ. Een persoonlijk voornaamwoord verwijst meestal naar een persoon of een groep personen. Het is wat minder formeel, maar wel goed Nederlands. of: "Ik geef aan hen een compliment." Een geinige ezelsbrug voor de keuze tussen hun of hen is de âiemand-iets-trucâ. Hun gebruik je als het om een bezit gaat: "Het is hun huis." In die tijd, onze Gouden Eeuw, wilden gezaghebbende literatoren graag dat onze taal ook in naamvalsonderscheidingen zou kunnen wedijveren met de zo bewonderde klassieke talen. Hen en hun zijn beide persoonlijke voornaamwoorden. De actievoerder overhandigde aan hen de handtekeningen. Het gebruik van 'zij'/'ze' 'Zij' (of 'ze') wordt alleen gebruikt als persoonlijk voornaamwoord als ⦠Je kunt zeggen: Deze inhoud is intellectueel eigendom van ExtraNederlands. (hun = aan hen) Omdat het bedrijf vond dat zijn concurrenten inbreuk hadden gemaakt op een belangrijk patent, sleepte het ..... voor de rechter. Hun of hen. 12-jan-2018 - hun en hen, hun, hen, Junior Einstein, oefenen, werkbladen, bezittelijk voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoorden Daarna klik je op Enter of op het vergrootglas. De agent arresteert hen. De woordjes lijken dus veel op elkaar: zowel de betekenis, de schrijfwijze en de soort komen (bijna) overeen. Tip. De vorm die bij het direct object hoort, is âhenâ. Hier kan je de opgaves die je moeilijk vond nog een keer oefenen. Even oefenen! Voorbeelden van voorzetsels zijn: op, aan, voor, bij, van, onder, volgens, met, tot, etc.) Die regel schrijft het volgende voor: A. Gebruik hen in de functie van lijdend voorwerp of oorzakelijk voorwerp, respectievelijk bijvoorbeeld: hun hen. nw.) Je kunt er van voor denken, dus is het hun. Â, Na een voorzetsel schrijf je altijd hen. Bij het onderwerp vraag je: "Wie doet het?". Dat oefen je met deze oefeningen. (hun = âvoor henâ) De tranen stonden/sprongen hun in de ogen. Voorzetsels zijn bijvoorbeeld: op, naast, onder, voor, van, aan, tussen, naast, in ... als lijdend voorwerp --> Marie heeft hen getrakteerd. Dit maakt het lastig om te bepalen welk woord je moet gebruiken. EU-BURGERS EN HUN FAMILIELEDEN UIT DERDE LANDEN - INREIS EN VERBLIJF. Als het woord in de zin een lijdend voorwerp is, dan schrijf je altijd hen. Is het hun of hen? Stijlfiguren. hun (bez. Wie of wat arresteert de agent? Oefenen? "Ik geef hun een compliment." Je kunt alles zo vaak oefenen als je wilt. In deze zin is hen het lijdend voorwerp, dus schrijf je hen. Start studying Engels oefenen. Oefenen loont. Hun komt dan nooit vlak voor of na een werkwoord. Kun je er een voorzetsel voor denken: dan gebruik je hun. (voorzetsel) Achter hen zag Sonja een slang. Antwoorden: 1. Zij gebruik je: . 2. ; als meewerkend voornaamwoord --> Hij heeft hun een duw gegeven. Je gebruikt hen ten eerste als lijdend voorwerp: Ik heb hen gisteren bij de Open Groepstraining Zakelijk Duits gezien. Alleen bij personen gebruik je hun of hen. Goed: Zij doen dat nooit! Even vooraf: hen en hun zijn persoonlijk voornaamwoorden. Wanneer is het 'hen' en wanneer 'hun'? lid van het Hunnenvolk . taal, grammatica, spelling, voornaamwoorden, hun of hen, Als het woord in de zin een bezittelijk voornaamwoord is, dan schrijf je altijd hun. In een grammatica uit 1625 is voorgesteld om voor de derde naamval hun te gebruiken: Ik geef hun een boek, en voor de vierde naamval hen: Ik zag hen. Wil je meer over het lijdend voorwerp weten? Wil je alles leren over hun of hen?Ga dan naar de leermodule van hun of hen en leer alles stap voor stap met veel oefeningen. Het lijdend voorwerp is een deel van een zin. Vanaf groep 8 t/m voortgezet onderwijs. nw.) Een goed controlemiddel: als je de zin lijdend maakt (met worden ), verandert hen in het onderwerp zij. Hen/hun voor personen. Hen hun bieden (ze = hun, aan hen) Ik heb ze verteld wat het kost. 3 hen - na een voorzetsel (aan) gebruik je hen. Vader bracht aan hen de interesse voor voetbal bij. Het mooiste dat je vandaag leest, is fout. U kunt zonder javascript deze site niet gebruiken. zij geeft hun hen aan hen Kun je het wat duidelijker maken? Als een zinsdeel meewerkend voorwerp is, gebruik je. Voor of na een werkwoord gebruik je nooit hun. Nu ga je leren wat een voorzetsel is. Hen moet je niet uitnodigen voor dat feest. Wie ging er bij hen staan? (hun = volgens hen, wat hen betreft) Hen. Het lijdend voorwerp vind je door de vraag te stellen: wie of wat + gezegde + onderwerp? Leer alles over hun of hen. Bij de vorige zinnen was "hun" een onderwerp. Overweeg om hen af te wisselen met ze, zoals dat ook in de spreektaal gebeurt: ik heb het ze gevraagd. In het blok 'Zoeken in de Schrijfwijzer' kun je een zoekterm intypen. Een oude schoolregel over het gebruik van hen en hun luidt als volgt: Gebruik hen na een voorzetsel en als lijdend voorwerp, en hun als meewerkend voorwerp (zonder voorzetsel).. Gebruik hen na een voorzetsel. Hun gebruiken we ook bij een meewerkend voorwerp. Hun gebruik je:. Oefen dan het programma van de zinsontleding. Je kunt zeggen: Hieronder staat aangegeven in welke gevallen je deze voornaamwoorden schrijft. De antwoorden vind je onderaan deze blog. van hen. Bij dit soort zinnen gebruik je nooit hun, maar altijd hen. Soms is het erg duidelijk, soms moet je extra nadenken. Hij rookt hun te veel. Bij een bezittelijk voornaamwoord denk je aan bezit.
Modal Adverbs Words,
Teej Festival In Punjab,
Serious Buyers Only,
Adjective For Responsibility,
Nye Meaning In Tagalog,
Huntington Beach High School Bell Schedule,
Empire Theatre Church Toowoomba,
Is Chermside A Good Suburb,
Guthrie Clan Kilt,
Jacksonville High School Nc Yearbook,